Het is voor de geografen onder ons een lastige kwestie of OSV nou in Oostzaan ligt, of toch in Amsterdam-Noord. Volgens Ben, die belangen heeft in de Amsterdamse randgemeentes, hoort het nergens bij, maar Herman bezwoer dat ie zaterdag een thuiswedstrijd speelde in het Anton Piek-achtige Oostzanerwerf. Hoe dan ook, het veteranenteam van OSV bleek grotendeels te bestaan uit oude bekenden van Buiksloot, aangevuld met een aantal Amsterdamse Oostzaners. Alleen de scheidsrechter was ons onbekend. Deze Bob Ross lookalike -ook in gedrag- liet zich al direct gelden, toen hij Van Braam affloot omdat hij zijn linkerarm iets te veel gebruikte bij een inworp. Ook Ben ontsnapte net aan een rode kaart toen hij kort daarop Jan Hunter en de voortreffelijk spelende Bert de waarheid vertelde op zijn kenmerkende wijze. De spelers van OSV speelden voor het eerst samen en dat was te merken. Met een balbezit van tegen de 90% in de eerste helft, speelden we ons favoriete combinatiespel, resulterend in 14 kansen voor onze spitsen en aanvallende middenvelders. De ruststand verraadde iets anders: 0-1. Martin Tucci was de enige die zich realiseerde dat het doel 7 meter breed is. Aanvoerders Lex S en Martin M wisselden in de rust tactisch de helft van het team, uit voorzorg voor het loodzware programma dat voor ons ligt. Het resultaat mocht er zijn. Zonder veel moeite schilderde Ibrahim zich langs de verdediging. Met een kloddertje Van Dike-brown kwastte hij de bal achter de doelman. Maar de man van de wedstrijd was toch wel Milo Smis, niet in de minste plaats omdat hij na drie mislukte schwalbes eindelijk een penalty kreeg van referee Bob. “Let’s give this goal a little friend”, dacht hij kort daarop, waarna de wedstrijd op slot leek. “Laat de kwast het werk doen. Jij hebt plezier”, is de favoriete Bob Ross uitspraak van Smis, die in de loop der jaren overigens steeds meer op Vincent van Gogh begint te lijken. Naar het schijnt probeerde iemand ooit zijn oor eraf te snijden, maar sneed mis en haalde zijn paardenstaart eraf. Ergens in de tweede helft is er nog een goal gescoord door de Oostzaners, maar dat werd de Rubensiaanse keeper pas in de kleedkamer verteld. Met slechts drie blessuregevallen van Ibi, Richard en Besim, liepen we redelijk ongehavend van het veld: Victory Boogy woogy. De eerste tegenvaller kwamen we pas tegen in de kantine. Daar bleek het zwakke broertje van Toni Martin het podium te hebben geclaimd. Hij schalde “Is everybody happy” door zijn gouden Microfoon, maar het bleef pijnlijk stil in het Oostzaner Etablissement. Tijd om te gaan, besloot de harde kern (Ate en Ger W) hierna wijselijk. Als hij nou een bekende uitspraak van Bob Ross had gebruikt, hadden de Oranje Veteranen er nog wel een biertje tegenaan geschilderd. “In jouw wereld kun je alles doen wat je wil”, sloten Ron Pos en Lex Meijn de dag filosofisch af. Volgende week spelen we de kraker tegen Middenveld Geuzenmeer-3, medekoploper in de tweede klasse B, met ironisch genoeg exact dezelfde doelcijfers. Het schijnt dat de spelers die vandaag meer dan twee kansen hebben gemist graag een extra training willen inlassen om het rendement op het veld te verhogen.
Pablo Picasso